Lysenko links / Stalin rechts Een bijdrage van Jeroen Hetzler. Klimaatmodellen pretenderen tot decennia ver in de toekomst te kunnen kijken. Laten wij dat ook eens doen en het dan genereus aanpakken. We slaan een geschiedenisboek van het jaar 2100 open en lezen: “The story of the atmospheric sciences in the […]
Organisaties uit acht landen, waaronder Nederland, roepen dinsdag hun regeringen en de NAVO op om Afghaanse tolken snel te evacueren. Tolken die voor onder meer Nederlandse troepen werkten, lopen gevaar in het steeds onveiligere Afghanistan. Dat schrijft Trouw.
Politie en gemeente Breda krijgen maar geen grip op de reeks intimidaties met explosieven en beschietingen in de stad. Dit weekend was het weer raak. Burgemeester Paul Depla is extra bezorgd omdat de intimidaties verband zouden houden met een oorlog rond onderwereldkopstuk ’Piet Costa’.
The Missile Defense Agency’s budget request set to tackle major next-generation defensive capabilities against emerging threats from intercontinental ballistic missiles to cruise missiles to…
Nederland heeft tussen 2012 en 2019 drie consuls van de Soedanese ambassade in Den Haag verzocht te vertrekken, omdat zij agenten bleken te zijn van de Soedanese inlichtingen- en veiligheidsdienst NISS. Dat blijkt uit onderzoek van NRC op basis van gesprekken met (oud-) medewerkers van de Soedanese en Nederlandse ministeries van Buitenlandse Zaken en leden van de Soedanese gemeenschap. Zeker één verzoek werd onderbouwd met bevindingen van inlichtingendienst AIVD.
In de afgelopen 12 maanden heb ik er meermaals de aandacht op gevestigd hoe George Soros tijdens de globalistische reünie in Davos, min of meer letterlijk, de Corona golf wist te voorspellen waarvoor zijn al even sinistere kompaan Bill Gates…
Demissionair staatssecretaris Barbara Visser biedt haar excuses aan alle (oud-)medewerkers en hun nabestaanden voor schade door chroom-6. Niet op enkele plekken, maar op alle locaties van Defensie zijn medewerkers mogelijk blootgesteld. Zij komen in aanmerking voor een schadevergoeding. Vijf vragen over chroom-6.
Op alle locaties van Defensie zijn medewerkers mogelijk blootgesteld aan verf met de kankerverwekkende stof chroom-6. Daarbij heeft het ministerie van Defensie als werkgever niet aan zijn zorgplicht voldaan, blijkt uit onderzoek van het RIVM in opdracht van dat departement.
De vier dodelijke slachtoffers bij het ernstige verkeersongeval nabij het Drentse Borger zaten in verschillende auto’s, zegt een woordvoerder van de politie tegen NU.nl. In totaal waren vijf voertuigen betrokken bij het ongeval. Het is nog niet bekend in hoeveel voertuigen de dodelijke slachtoffers zaten.
Defensiemedewerkers zijn tientallen jaren blootgesteld aan de kankerverwekkende stof chroom-6, die kan ontstaan bij het gebruik van chroomhoudende verf. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Volgens het onderzoek kan chroom-6 onder meer longkanker en COPD veroorzaken.
Tien personen zouden extra bewaking krijgen omdat zij mogelijke doelwitten zijn van de voortvluchtige Belgische militair Jürgen Conings. Dat schrijven meerdere Belgische media, waaronder Het Nieuwsblad, op basis van “welingelichte bronnen”.
De jeugdcriminaliteit is in de periode 2015 tot 2021 afgenomen vergeleken met de vijftien jaren daarvoor, zo blijkt maandag uit de Monitor Jeugdcriminaliteit van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. Ernstige geweldsdelicten door minderjarigen nemen wel toe.
Presentator Maxim Hartman en analist Johan Derksen hebben afgelopen weekend een flinke confrontatie gehad. Een biografie over het leven van de besnorde voetbalcommentator komt deze week uit, en ter gelegenheid daarvan wilde Maxim Hartman hem interviewen. Daar kwam echter niks van in, want de Veronica Inside-stamgast moet niets hebben van Hartman en zijn strapatsen. “Ik …
Windmolens slurpen subsidies, geven hinder en lossen geen energieproblemen op.
Stop daarom nu met de bouw & exploitatie van windenergie op land. Dat eisen 82 organisaties in een brief aan informateur Hamer. Ir. Kees Pieters van Nederwind licht dit toe in weer een inspirerend en gratis webinar.
Woensdag 2 juni. 20:00.
Aansluitend behandelen we publieksvragen over de RES bij wijze van “RES-spreekuur”.
Bij een zeer ernstig verkeersongeval op de N34 nabij het Drentse Borger zijn zondagavond vier dodelijke slachtoffers gevallen. Ook raakten vijf mensen zwaargewond, meldt de politie. Bij het ongeval waren zes auto’s betrokken.
Bij een zeer ernstig verkeersongeval op de N34 nabij het Drentse Borger zijn zondagavond vier dodelijke slachtoffers gevallen. Ook raakten vijf mensen zwaargewond, meldt de politie. Bij het ongeval waren zes auto’s betrokken.
Op een mooie vrijdag, op de burelen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid.
Opnieuw wierp hij een blik naar zijn concurrent in de stoelen tegenover hem, het was of iets hem met zekerheid zei, dat Walling bezig was met hetzelfde karwei als hij. Het was niet uit te maken, wiens stuk uiteindelijk door de MP zou worden uitgesproken, maar hij voelde er zich in zijn binnenste van overtuigd dat het zijn eigen zou zijn. De grafiek met de voorspelde R waarde voor deze week, die een uur geleden zelfs nog niet in de verbeelding bestond, was nu een feit. Het trof hem als een merkwaardig gedachte, dat je de juiste voorspelling uit het verleden vandaag wel kon opstellen, maar in het verleden niet. De grafiek van de R waarde, die nooit een actuele werkelijkheid had gekend, bestond nu als dood verleden en wanneer later de vervalsing vergeten was, zou zijn bestaan even authentiek zijn en op gelijk bewijs berusten, als van Karel de Grote of Julius Caesar.*)
Enkele uren later stond de MP achter zijn katheder en sprak de zinnen die hij op de autocue voorbij zag scrollen. Een moment keek hij naar rechts, waar hij als immer de persoon zag staan die steevast de taak had de wat minder goed onderbouwde stukken voor te dragen. Hij zocht in zijn actieve geheugen naar de grafieken die hij de laatste tijd wel eens voorbij had zien komen. Zag hij daar niet steeds stijgende lijnen aan zijn geestesoog voorbij komen? Een lichte trilling van de lip, waarvan hij hoopte dat die bij de miljoenen kijkers niet zou opvallen, leverden slechts een korte hapering in de tekst op. Door de gemiddelde kijker geïnterpreteerd als het opbouwen van spanning in de presentatie. Het nieuws immers was goed, beter dan in tijden.
Vooraf was er maar één ding helder afgesproken, vandaag is het goed nieuws, vandaag moeten we de bevolking op geen enkele manier meer laten twijfelen. Het belangrijkst is dat we de mensen wijzen op het belang van vaccineren en testen. En herhalen dat de lockdown feitelijk voorbij is, ook al is dat niet zo. Pas als die boodschap duidelijk over is gekomen zouden we kunnen vertellen dat het verboden is gezamenlijk naar voetbalwedstrijden te kijken. Die boodschap moet zo goed mogelijk ondergedompeld worden in het goede nieuws dat hij nu mocht brengen.
Maar die ene zin, die zin die hij volgens zijn tekstschrijfster moest uitspeken, daar had hij als geschiedenisleraar toch wel enige moeite mee. Hij zocht met zijn razendsnelle geest – bijna als uit het onderbewustzijn – precedenten uit de historie op. Boeken die hij als puber had gelezen: Brave new world, 1984 en De dag der dagen. Is een belangrijke les niet altijd dat de waarheid het eerste slachtoffer is in een oorlog? Zijn wij nu niet in oorlog? Ga ik de geschiedenis is als de grote man die de pandemie bestreed? De zinnen die hij hier uitsprak, geschreven door zijn ambtenaren, vallen tenslotte staatsrechtelijk gezien onder zijn verantwoording. Nooit zal hij zich kunnen beroepen op “ik wist niet wat ik zei”. Ja, over zaken in het verleden kan je altijd zeggen dat je het niet meer weet, mits je ervoor hebt gezorgd dat het niet is vastgelegd. Maar deze zinnen, deze woorden, zijn voor de geschiedenis en kunnen nooit meer worden aangepast. Al deze gedachten flitsten door zijn hoofd toen hij uiteindelijk, met een lichte aarzeling, de zin voorlas: “We zijn blij dat de voorspellingen zijn uitgekomen”.
*) Letterlijk weergeven uit “1984” vertaling tiende druk 1968. Blz. 42. Enkele namen en plaatsen aangepast.
Windmolens Urk. Foto: Shutterstock. Een bijdrage van Hugo Matthijssen. Eerst een stapje terug in de tijd. Deel 1 van een Brandpunt uitzending over windenergie in 2011 gewoon even kijken het kost weinig tijd. Met de kennis van nu is het ronduit schokkend. Zie hier. Zie ook deel 2, onder andere over de overlast […]
In een woning aan de Scarlattistraat in Tilburg is zondagavond rond 23.10 uur brand gesticht. De ruit van de woonkamer werd vernield en daarna werd iets brandbaars naar binnen gegooid, meldt de politie. Twee bewoners hebben rook ingeademd en worden door ambulancepersoneel behandeld.
Door een eenzijdig ongeval op de A28 nabij De Punt in Drenthe is een dode gevallen. Het gaat om de bestuurder van de auto, laat een woordvoerster van de politie weten. Er wordt onderzoek gedaan naar wat er precies is gebeurd.
Bij een zeer ernstig verkeersongeval op de N34 nabij het Drentse Borger zijn zondagavond vier dodelijke slachtoffers gevallen. Ook raakten vijf mensen zwaargewond, meldt de politie. Bij het ongeval waren zes auto’s betrokken.
Op de provinciale weg N34 bij het Drentse Borger zijn bij een zeer zwaar ongeval vier doden gevallen, meldt de politie. Vijf andere betrokkenen raakten gewond bij het verkeersdrama met zes personenauto’s. De politie komt later met meer updates en gegevens over de slachtoffers. Dan zal ook blijken hoe ernstig de gewonden er aan toe zijn.
Zondagochtend is de Franse politie in groten getale een klopjacht gestart in de Dordogne op een zwaarbewapende Franse ex-militair. Zaterdagnacht opende de man het vuur op twee leden van de gendarmerie.
Het was de politie die prins Harry in Californië midden in de nacht op de hoogte bracht van het overlijden van prins Philip op 9 april. Dat schrijft The Telegraph. De politie zou dat gedaan hebben op verzoek van de ambassade.
Een dezer dagen is bij uitgeverij Contour het boek ‘Tegen de Tribalisering’ verschenen waarvoor ik de redactie mocht voeren. Aan deze bundel werkten mee: Dirk van der Blom, Charlef Brantz, Lex Cornelissen, David Engels, Sid Lukkassen, David Pinto en Bart…
De politie heeft in de nacht van zaterdag op zondag opnieuw een grote verkeerscontrole gehouden langs de A2 bij Hedel. Al het verkeer dat de snelweg verliet, werd door agenten gecontroleerd. Dat meldt Omroep Gelderland. Aanleiding voor de politieactie is de afpersing van fruithandel De Groot in Hedel.
Opiniepeiler Maurice de Hond heeft onderzoek gedaan naar de potentie van de verschillende politieke partijen. En, na dat gedaan te hebben, heeft hij goed nieuws voor mensen die helemaal klaar zijn met de hegemonie van de VVD: die partij zit namelijk écht aan haar maximale potentieel qua kiezers die haar een grote kans op een stem …
Aanpassing geleden door MauriceGastblog door Hans Verwaart (civiel ingenieur en data-/ICT-specialist)
Sinds begin vorig jaar is het al meerdere keren gebeurd dat er een nieuwe variant van Covid-19 opkwam en veel besmettelijker was/leek te zijn. Nu is dat met de Indiase variant blijkbaar het geval. Maar op basis van uitgebreide data-analyses toont gastblogger Hans Verwaart aan, dat die aanvankelijke extra besmettelijkheid vermindert/verdwijnt en dat het uiteindelijk niet leidt tot een structureel hogere reproductiefactor.
Hoewel het zeker geen eenvoudige materie is, vind ik dit gastblog van een dusdanig groot belang, dat ik het graag plaats.
De conclusies van het artikel treft u ook direct bij het begin aan.
Conclusies
Wil een variant dominant worden, als deze op het moment dat deze samen met het oorspronkelijke type voorkomt, dan moet deze besmettelijker zijn en blijven dan de oorspronkelijke variant, totdat het aandeel meer dan 50% (dominant) is.
Varianten van het influenza virus die dominant worden doordat ze besmettelijker zijn, zullen na hun ontstaan en het bereiken van dominantie steeds minder besmettelijk worden. Ieder jaar ligt het reproductiegetal van de dan heersende variant in hetzelfde bereik, maar de hoogte kan van jaar tot jaar wel verschillen.
Net zoals bij influenza ontstaan bij SARS-CoV-2 varianten die in eerste instantie (veel) besmettelijker kunnen zijn dan het oorspronkelijke type, maar in de loop der tijd zal deze extra besmettelijkheid gaan verdwijnen en aldus niet zorgen voor een structurele verhoging van het reproductiegetal.
——————————————-
De weg naar dominantie
Wanneer heeft u voor het laatst griep gehad? Zoals u weet wordt griep veroorzaakt door het influenza virus en ieder jaar (tot begin 2020) was er sprake van een griepgolf (of -epidemie) die begon meestal eind oktober en eindigde begin maart van het volgende jaar.
Er is een vaccin tegen griep voor ouderen en kwetsbaren, waarvan de beschermende invloed maar beperkt is. Hoe komt dat? Dat komt omdat het maken van een vaccin een bepaalde doorlooptijd heeft, en op het moment dat het gereed is en de prikken worden gezet, kan blijken dat de dominante mutant op dat moment minder goed bestreden wordt door het vaccin. Ook dat is iets dat ieder jaar voorkomt. Doordat het influenza virus vlot muteert, is een seizoen later een andere mutant dominant.
Wanneer een virus een mutatie ondergaat waardoor een – op dat moment – besmettelijker variant ontstaat, dan zal die besmettelijker variant binnen een bepaalde tijd de overhand krijgen en dominant worden. Voor een goed begrip definieer ik:
“Dominantiesnelheid” = is de snelheid waarbij een mutant meer dan 50% van de besmettingen veroorzaakt.
De volgende feiten gelden hierbij:
Hoe besmettelijker de variant, hoe groter de dominantiesnelheid is;
De dominantiesnelheid hangt niet af van de verschillende reproductiegetallen (de R-ren) maar van de verhouding tussen de R-ren (zie figuur 1).
Figuur 1: groei van het aandeel van de Britse variant SARS-CoV-2 virus bij 20% besmettelijker
In deze drie plaatjes is de Britse variant bij alle drie 20% besmettelijker dan het oorspronkelijke virus, de verschillen zijn dat beide R-ren in de bovenste groter zijn dan één, in de onderste kleiner zijn dan één en in de middelste de ene kleiner is terwijl de andere groter is dan één. Toch is bij alle drie de plaatjes het aandeel Brits (laatste kolom met aandeel als percentage) in de tijd exact gelijk. De dominantiesnelheid is dus gelijk.
Als een mutant niet besmettelijker is dan de oorspronkelijke variant, maar even besmettelijk, dan zal zijn aandeel niet groeien, maar hetzelfde blijven. Dat is de theorie, in werkelijkheid zijn varianten die naast elkaar voorkomen nooit even besmettelijk. Zijn ze ongeveer even besmettelijk, dan zal de ene zo nu en dan besmettelijker zijn dan de andere en omgekeerd, waardoor de aandelen van beide varianten kunnen fluctueren. Als een mutant duidelijk minder besmettelijk is, zal deze nooit dominant worden, maar in de loop der tijd verdwijnen.
De conclusie van dit hoofdstuk is dat wil een variant dominant worden, deze op het moment dat beide varianten voorkomen, duidelijk besmettelijker moet zijn dan de oorspronkelijke variant.
Is de extra besmettelijkheid van een dominant geworden variant (ongeveer) constant?
Het RIVM meldde enige tijd geleden dat de Britse variant 34% besmettelijker is, dan het oorspronkelijke type. Dat getal kan nu inmiddels anders zijn, maar het RIVM bedoelt dan gemiddeld over de levensduur c.q. het voorkomen van deze variant in Nederland.
Ik wil nu de aandacht vestigen op twee stellingen:
De extra besmettelijkheid van een variant t.o.v. de oorspronkelijke variant is constant gedurende de levensduur van de variant.
De extra besmettelijkheid van een variant t.o.v. de oorspronkelijke variant is niet constant gedurende de levensduur van de variant, maar lijkt het grootst te zijn wanneer deze het is ontstaan.
Aan de hand van een aantal voorbeelden en eenvoudige berekeningen zal ik bewijzen welke van beide stellingen in ieder geval onjuist is. Laten we eerst aannemen dat de eerste stelling juist is.
Is de eerste stelling juist?
We keren terug naar influenza. Iedere herfst/winter is er een andere variant van het virus dat dominant is. Nota bene: dat kunnen er ook meerdere zijn, maar die zijn anders de de oorspronkelijke varianten uit het vorige seizoen. In het vervolg van dit artikel wordt voor de eenvoud uitgegaan van één dominante variant.
In het eerste seizoen hebben we variant A met een reproductiegetal van 1,2. Gedurende het seizoen treedt er een mutatie op die 25% besmettelijker is en dominant wordt. Dit noemen we variant B. De basale R van deze variant (R0) is dus 1,2 + 25% is 1,5. Door seizoensinvloed daalt de gemeenschappelijke R tot onder de één en de griepgolf dooft uit.
In het tweede seizoen hebben we dan variant B met een R van 1,5. Gedurende het seizoen treedt er een mutatie op die 20% besmettelijker is. Dit noemen we variant B. De basale R van deze variant (R0) is dus 1,5 + 20% is 1,8.
In het derde seizoen komt er weer een besmettelijker variant waardoor de R nog verder stijgt.
Dit betekent dus dat het reproductiegetal van influenza ieder jaar dat er een besmettelijker variant dominant is geworden omhoog gaat.
Uit de praktijk weten we dat zo af en toe een griepgolf flink kan toeslaan (Spaanse griep, Mexicaanse griep), maar dat er ook vele jaren zijn met mildere griepgolven. Het is dus zeker niet zo dat met iedere mutant die dominant is geworden de R naar een hoger niveau wordt getild.
Op basis hiervan moeten we concluderen dat de eerste stelling onjuist is. Ieder seizoen zien we andere mutanten, maar de R fluctueert en vertoont in de tijd geen stijgende lijn.
Is de tweede stelling juist?
Iedere griepgolf zien we een reproductiegetal dat meestal in een bepaalde range ligt (1,2 – 1,5), maar we zien wel elk seizoen andere varianten. Dat betekent dat ooit, de variant die in dit seizoen dominant is, besmettelijker was dan de oorspronkelijke varianten, maar dat de R van die variant in dit seizoen dan meestal lager is dan net na het ontstaan.
Hoe komt dat? Dat komt niet door het seizoenseffect. Tussen het huidige en het vorige griepseizoen ligt ongeveer één jaar, dus voor beide griepgolven is het seizoenseffect even groot. De enige logische verklaring is dat een mutant (die dominant wordt) net na het ontstaan besmettelijker is dan het oorspronkelijke virus, maar dat het verschil in besmettelijkheid door de tijd minder wordt en gemiddeld over een aantal jaren zo goed als verdwenen is het volgende jaar.
De volgende figuur, geeft aan hoe de samengestelde R er uit zou kunnen zien, als sprake is van drie varianten op het oorspronkelijke virus die in de tijd dominant geworden zijn, maar wel in de loop der tijd minder besmettelijk.
Figuur 2: het reproductiegetal van het oorspronkelijke virus (rode lijn) en drie varianten erop (gele lijn, groene lijn, paarse lijn) en de samengestelde R (donkere lijn) die telkens weer naar de nieuwe besmettelijker variant beweegt.
In figuur 2 is de snelheid waarbij de besmettelijkheid vermindert constant genomen, waardoor de varianten een rechte lijn hebben als R. In werkelijkheid zal dat natuurlijk niet constant zijn, maar voor de duidelijkheid is hiervoor in deze figuur gekozen.
Seizoenseffect
Met opzet is in figuur 2 nog geen sprake van seizoensinvloed, die er natuurlijk wel is. De seizoensinvloed zorgt ervoor dat de reproductiegetallen in de winter het hoogst zijn en in de zomer het laagst. In figuur 3 is de seizoensinvloed meegenomen in de vorm van een sinusfunctie, die zijn top heeft op 31 januari en zijn dal op 31 juli. Hiermee wordt de invloed van zonnestraling, temperatuur en vochtgehalte meegenomen. De maximale invloed van het seizoen is in het voorbeeld beperkt tot 30%, hetgeen een reële waarde lijkt.
Figuur 3: figuur 2 maar dan met seizoenseffect.
Voor de duidelijkheid heb ik de samengestelde R wat dikker gemaakt. In dit voorbeeld, waarbij de data niet gerelateerd zijn aan de werkelijke griepgolven in die periode, komt de samengestelde R begin 2011 en begin 2012 boven de één. Doordat de varianten in dit voorbeeld maar langzaam minder besmettelijk worden, is de seizoensinvloed behoorlijk groot, waardoor de R van een variant in de tijd niet alleen kan dalen maar soms ook kan stijgen, maar toch t.o.v. de oorspronkelijke variant minder besmettelijk wordt.
De figuren 2 en met name 3 vanwege het seizoenseffect laten een waarheidsgetrouw beeld zien van de R gedurende een aantal griepgolven. Besmettelijker varianten worden dominant, dat te zien is aan het feit dat de samengestelde R naar de R van die betreffende variant toe kruipt. Maar de varianten worden, naarmate ze langer bestaan en een groter aandeel hebben, ook steeds minder besmettelijk.
De Mexicaanse griep is een duidelijk voorbeeld hiervan. Begonnen als een zeer besmettelijke mutant, leidde deze toen die dominant werd in Nederland niet tot een zware griepgolf. Een en ander betekent dus dat de tweede stelling heel goed juist kan zijn.
De conclusie van dit hoofdstuk is, dat varianten van een virus die dominant worden doordat ze besmettelijker zijn, na hun ontstaan steeds minder besmettelijk worden. Ieder jaar ligt het reproductiegetal in hetzelfde bereik.
Dit geldt voor influenza, maar geldt dit ook voor het SARS-CoV-2 virus?
De kranten stonden begin 2021 vol van berichten over de Britse variant, die eind 2020 maar liefst 70% besmettelijker zou zijn geweest dan het oorspronkelijke type (“wild-type”). En nu is er de Indiase variant, die op zijn beurt weer stukken besmettelijker lijkt dan de Britse. Wordt het SARS-CoV-2 virus steeds besmettelijker of gebeurt er net zoiets als met influenza?
In vele landen wordt steekproefsgewijs van een aantal positieve PCR-testresultaten bepaald welke variant het betreft. De website covariants.org houdt deze gegevens bij.
Hieronder worden de meest actuele plaatjes getoond voor de situatie in het VK en in Nederland. Te zien is het aandeel van een aantal varianten door de tijd, met sprongen van twee weken. Het meest recente datapunt is het minst betrouwbaar omdat daarvoor nog weinig resultaten beschikbaar zijn. De varianten zijn te herkennen aan de kleuren, in de legenda (die ik hier niet heb overgenomen) staat uitgebreid beschreven welke variant het betreft.
Hier worden alleen de belangrijkste varianten aangegeven:
Britse variant: kleur rood Indiase variant: kleur groen
Figuur 4: meest actuele overzicht van het aandeel per variant van de varianten SARS-CoV-2 in VK en Nederland. In Nederland is nog nét een stukje groen te zien rechtsboven, voor het VK is dit vlak groter (bron: covariants.org).
Verloop extra besmettelijkheid Britse en Indiase variant VK
Uit de groei van de aandelen t.o.v. het wild-type is te achterhalen hoe hoog op welke datum de extra besmettelijkheid is geweest. Met behulp van wiskunde zijn de volgende figuren te construeren, waarbij de hellingshoek een maat is voor de extra besmettelijkheid. Hoe steiler de hellingshoek, hoe groter de besmettelijkheid en voor de duidelijkheid zijn ook de lijnen ingetekend met 20-40-60% extra besmettelijkheid, zodat met behulp van de hellingshoek van die lijnen een inschatting gemaakt kan worden van de extra besmettelijkheid van de varianten:
Figuur 5: verloop besmettelijkheid varianten in het VK (bron: covariants.org)
De Britse variant in het VK is tot begin november ongeveer 60% besmettelijker dan het wildtype, zoals te zien is aan de hellingshoek van de curve. Van begin december is deze daarna tot eind maart gemiddeld ongeveer 20% besmettelijker, waarbij de extra besmettelijkheid in die periode langzaam afneemt. Daarna doet de Indiase variant zijn intrede met meer dan 60% extra besmettelijkheid t.o.v. de Britse variant, maar ook daar lijkt een tendens tot verkleining van die extra besmettelijkheid zichtbaar. Op 19 april is het aandeel van de Indiase variant al 9% en stijgt verder. Uiteindelijk zal de Indiase variant in het VK dominant worden. Sinds de opmars van deze variant is het samengesteld reproductiegetal met ongeveer 0,1 gestegen, maar ligt nog wel net onder de één.
Verloop extra besmettelijkheid Britse en Indiase variant Nederland
In de volgende figuur voor de Nederlandse situatie zijn als hulp de lijnen van 20-30% extra besmettelijkheid ingetekend:
Figuur 6: aandeel en verloop besmettelijkheid varianten in Nederland (bron: covariants.org)
Te zien is dat net zoals in het VK, de Britse variant na de introductie minder besmettelijk is geworden. Vanaf de tweede helft van december tot nu is de extra besmettelijkheid ongeveer 20%. De Zuid-Afrikaanse variant is alweer op z’n retour, de schommelingen worden veroorzaakt doordat het aantal monsters met deze variant klein is, zodat eentje meer of minder – een steekproef met een te kleine populatie – de lijn al een andere richting kan opduwen. Of de Braziliaanse variant door zal breken is nog niet te zeggen. Helemaal rechtsonder in de hoek is een eerste entry van de Indiase variant te zien. De kans lijkt groter dat deze wél doorbreekt, maar gezien de groepsimmuniteit vanwege doorgemaakte infecties en vaccinaties, en niet te vergeten het seizoenseffect, zal de samengestelde R vermoedelijk onder de één blijven. Misschien dat het RIVM / OMT daar anders over denkt.
Datzelfde RIVM meende op een gegeven moment dat de Britse variant ongeveer 34% besmettelijker is als het wildtype. Zij gaan er daarbij van uit dat de extra besmettelijkheid door de tijd heen niet verandert en dat de grotere extra besmettelijkheid na introductie het gevolg is van een steekproef met een te kleine populatie. Daartegen breng ik in, dat zowel in het VK, Ierland, Portugal als Nederland door de tijd heen de extra besmettelijkheid is afgenomen!
Zou het waar zijn dat de steekproef een te kleine grootte had, dan zouden de resultaten zowel een onderschatting als een overschatting kunnen zijn. Oftewel, dan zou je ook landen moeten vinden waar de extra besmettelijkheid juist stijgt bij grotere aandelen. Ik heb ze nog niet gezien!
De volgende figuur toont voor de Nederlandse situatie het samengestelde reproductiegetal én dat van de samenstellende delen, het wild-type en de Britse variant:
Figuur 7: verloop reproductiegetallen Nederland
De figuur laat een grote daling zien van de Britsevariant-R in de middelste twee weken van december. Vergelijk deze sterke daling met de Nederlandse R in de periode van 27 februari tot 16 maart 2020, waarop de R daalde van 2,52 naar net onder de één. De meest logische verklaring is, dat ook in Nederland de besmettelijker nieuwe variant G614 (voortgekomen uit D614) snel aan extra besmettelijkheid inboette.
NB het wat uit de pas lopende verloop in de figuur tussen 8 en 22 februari is wellicht wél te wijten aan de omvang van de steekproef, waarbij één monster meer of minder wel een verschil maakt.
Dat de extra besmettelijkheid van de varianten met de tijd lijkt te dalen, zagen we ook bij influenza. Ditzelfde patroon blijkt dus ook voor te komen bij SARS-CoV-2 (en trouwens bij meerdere virussen die veel muteren, aangezien niet bekend is dat de reproductiegetallen na mutaties structureel stijgen)!
Net zoals bij influenza zullen er mutaties zijn na verloop van tijd toch extra besmettelijk blijven, terwijl anderen weer eindigen met lagere besmettelijkheid dan het type waaruit het is ontstaan. Zo zal de R0 van het virus zich in een bepaald bereik ophouden, net zoals bij influenza.
Voor een garagebedrijf aan de Kleine Krogt in Breda is zaterdag rond 23.30 uur een handgranaat aangetroffen, meldt een woordvoerder van de politie. Het gaat volgens hem om de plek waar in januari van dit jaar ook al een dergelijk explosief werd gevonden.
Voor een garagebedrijf aan de Kleine Krogt in Breda is zaterdagavond rond 23.30 uur een handgranaat gevonden, meldt een woordvoerder van de politie. Het gaat volgens hem om dezelfde plek waar in januari dit jaar ook al een dergelijk explosief is aangetroffen.
Gelderland. Foto: Droomplekken. Een gastbijdrage van Evert de Boer. Aan Raden van Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen; Provinciale Staten van Gelderland; Waterschappen Vallei en Veluwe, Rijn & IJssel. L.S. Al jaar en dag heb ik samen met vrienden een diepe belangstelling in aardse processen en het leven op aarde. De […]
Voor een garagebedrijf aan de Kleine Krogt in Breda is zaterdagavond rond 23.30 uur een handgranaat gevonden, meldt een woordvoerder van de politie. Het gaat volgens hem om dezelfde plek waar in januari dit jaar ook al een dergelijk explosief is aangetroffen. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) is volgens de politie ingeschakeld om de handgranaat onschadelijk te maken. De omgeving is afgezet.
Aanpassing geleden door MauriceNaar aanleiding van de persconferentie gisteravond kan ik wel acht verschillende nieuwe artikelen schrijven (of verwijzen naar meer dan 300 inmiddels geschreven artikelen). Maar ik wil volstaan met een serie korte opmerkingen met als verbindend thema “hebben ze dan zo weinig geleerd in die afgelopen 15 maanden??”.
Hoe zielig (en veelbetekenend) is het, dat je op 28 mei 2021 nog je persconferentie geeft met de voor jou blijkbaar drie belangrijkste maatregelen tegen Covid-19, met als eerste “handen wassen”! Een maatregel, waarvan inmiddels in veel landen al meer dan 9 maanden wordt onderkend, dat het vrijwel geen enkele bijdrage levert tegen de verspreiding van Covid-19. (Zelfs Maarten Keulemans van De Volkskrant heeft het inmiddels op 24 mei jl. opgeschreven). Het vervangen van dit bordje door een ventilatie-symbool zou getuigen van open staan voor “voortschrijdend inzicht”. Maar dat is blijkbaar iets waar noch de regering, noch het RIVM toe in staat is of bereid is.
Het is tenenkrommend hoe krampachtig men de gunstige ontwikkeling van de cijfers volledig wil toeschrijven aan vaccinatie. Met dank aan @YorickB (=Yorick Bleienberg) is goed te zien hoe de ontwikkelingen zijn naar de leeftijdsgroepen. Als je naar die twee grafieken kijkt en er gemakshalve van uitgaat dat onder de 50 jaar de vaccinatiegraad laag is en boven de 70 jaar hoog, dan zie je dat bij de ziekenhuisopnames de vaccinatie een duidelijk bijdrage heeft geleverd aan het verminderen van die ziekenhuisopnames en bij het verloop van de besmettingen -tot nu toe- een kleine bijdrage.
In april vorig jaar was het weer veel gunstiger dan dit jaar (warmer, meer vocht in de lucht). Het gunstiger weer (waardoor het virus veel minder lang in de lucht kan blijven zweven) startte dit jaar bijna éen maand later dan vorig jaar. Veruit de belangrijkste verklaring voor het snel dalen van het aantal positieve testen, komt door het weer. (Maar als je dat erkent – nietwaar Prof. Van Dissel? – dan moet je impliciet ook erkennen dat aerosolen heel belangrijk zijn bij de verspreiding, dus doe je dat met name binnensmonds en schrijf je vrijwel alles toe aan vaccinaties).
Bij dalende aantallen positieve testen, zoals we die meemaken, is het bewezen (zie de cijfers in Madrid daarover) dat het aandeel mensen dat niet meer besmettelijk is en dat positief wordt getest, fors stijgt. In Madrid was dat rond tweederde van het aantal positief getesten. Dat zal in Nederland niet anders zijn (en het is nog steeds heel erg dat we bij de overzichten van het aantal positief getesten geen informatie krijgen over de Ct-waarde; een indicatie of men op dat moment nog besmettelijk is). Dus het aantal mensen dat nog anderen kan infecteren is beduidend lager dan uit de positieve testen per dag blijkt.
Bij het openen van het voortgezet onderwijs, is -wederom- geen expliciete aandacht geschonken aan maatregelen om te zorgen dat het CO2 niveau in de lokalen onder een bepaald minimum blijft en met apparatuur (voor luchtvochtigheid en luchtfiltering) lokalen zo veilig mogelijk te maken voor leerlingen en leraren. Ook dat is mede te danken aan de koppigheid van Van Dissel en kompanen om de aerosole verspreiding als dominante verspreidingsweg te erkennen.
Op 5 april was er in Dalls-Ft.Worth een honkbalwedstrijd met meer dan 38.000 bezoekers. Daarna was er geen duidelijke groei van het aantal besmettingen. Terwijl de cijfers in Nederland nu (en in juni nog meer) duidelijk gunstiger zijn dan toen in Texas, zullen er ook in juni maar een beperkt aantal mensen naar het stadion mogen komen bij de EK-wedstrijden.
Dat regering (zoals Hugo de Jonge) en het OMT nog steeds niet onderkennen/willen toegeven hoe verspreidingen verlopen, wordt misschien wel het best gesymboliseerd door hun weerstand om in de buitenlucht mensen op grote Videoschermen naar de EK-wedstrijden te laten kijken. Met de verwijzing naar Koningsdag door Premier Rutte bij de persconferentie, werd dat het best gesymboliseerd. Allereerst bleek uit onderzoek door de GGD in Amsterdam minimaal 81% van de besmettingen in clusters binnenshuis gebeurd te zijn. Daarnaast is het zeker dat half juni het aantal aanwezigen dat op dat moment nog anderen kan besmetten naar schatting nog maar een kwart tot een derde is van het aantal dat er op Koningsdag was.
Het gevolg is dat het verbieden van het kijken in grote groepen buiten naar de EK-wedstrijden tot meer extra besmettingen binnen zal leiden, dan er buiten zouden gebeuren als daar wel grote schermen worden neergezet!!!
Als we als bevolking niet wakker worden uit de hypnose waarin we gebracht zijn, een hypnose waarin we overal 1,5 meter moeten houden, waarin grote groepen bij elkaar buiten gevaarlijk zijn, waarin louter vaccinaties ons en ook de kinderen zullen redden en waarin de leden van het OMT veel weten over de verspreidingswijzen van het virus (terwijl dat niet zo is, ze weten veel over hoe het virus zich verspreidt in een lichaam en hoe je dat moet bestrijden), dan zullen we ook in de zomer en het najaar nog steeds gevangenen blijven van het RIVM en OMT.
Blijf deze website steunen om de ontwikkelingen kritisch te blijven volgen en wel gebruik te maken van kennis en ervaring, die buiten Nederland is opgedaan. Klik hier voor een kleine donatie.
Het bovenste deel van een 30 meter hoge hijskraan in Etten-Leur is zaterdagochtend rond 06.00 uur naar beneden gevallen op de Dijkmanstraat. Er is daarbij niemand gewond geraakt, meldt de politie.
Nooit eerder werden we zo frequent en zo fanatiek om de oren geslagen met een jaar dat we nog voor de boeg hebben. Deze week nog met het vonnis tegen Shell, dat zijn klimaatzaakjes op orde moet hebben in 2030. Wat is er toch aan de hand met 2030?
Magische jaren, keerpunten, kantelmomenten: we kennen ze uit ons eigen leven maar ook uit de schoolboekjes en de geschiedwetenschap. Naar voorbeelden is het niet lang zoeken, zelfs niet als we ons beperken tot de laatste honderd jaar:
1929: beurscrash op Wall Street.
1933: Adolf Hitler rijkskanselier in Duitsland.
1945: einde van de Tweede Wereldoorlog.
1949: communistische machtsovername in China.
1969: eerste mens op de maan.
1989: einde van de Koude Oorlog.
2001: terreuraanslagen van Al Qaida in de Verenigde Staten.
1979: een ondergesneeuwd jaar
Al deze grensverleggende gebeurtenissen hebben gemeen dat er maar weinig mensen waren die ze ruim van te voren zagen aankomen. Zelfs naderhand is er vaak nog discussie over het precieze historische belang ervan. Daarbij komt het regelmatig voor dat ‘ondergesneeuwde’ jaren in hindsight alsnog belangrijker worden dat we aanvankelijk hadden gedacht.
Een mooi voorbeeld is 1979. In Nederland was dat het jaar van Herman Brood en Nina Hagen, de kijkcijferklapper Telebingo, de bestseller Opwaaiende zomerjurken van Oek de Jong en de verfilming van Grijpstra & De Gier.
Baanbrekende gebeurtenissen
Over de grenzen daarentegen voltrokken zich in 1979 baanbrekende gebeurtenissen. Onder de titel Strange Rebels. 1979 and the Birth of the 21st Century schreef de Amerikaanse journalist Christian Caryl er in 2013 een prachtig boek over. De cover werd gesierd door de vier hoofdpersonen:
Ayatollah Khomeini, die in 1979 het middelpunt was van de islamitische revolutie in Iran.
Margaret Thatcher, die in 1979 in Groot-Brittannië de grootste conservatieve verkiezingszege sinds de oorlog boekte.
Deng Xiaoping, de Chinese vice-premier die in 1979 de Verenigde Staten bezocht en in dat jaar tevens een begin maakte met het hervormen van de nog op maoïstische leest geschoeide economie van zijn land.
En paus Johannes Paulus II, die in 1979 zijn eerste bezoek bracht aan Polen en daar vele miljoenen gelovigen inspireerde tot anticommunistisch protest.
Huidige wereld werd in 1979 in de grondverf gezet
Wát een jaar, bij nader inzien – en wat een implicaties. In Iran verscheen de politieke islam als machtsfactor op het wereldtoneel. In Groot-Brittannië en China beleefde het kapitalistische marktdenken een doorbraak die de hele wereldeconomie een nieuwe dynamiek zou geven. En in Oost-Europa ontwikkelden zich anticommunistische verzetshaarden die in niet geringe mate zouden bijdragen aan de ineenstorting van het Sovjetimperium.
Onze huidige wereld, concludeerde Caryl, werd in 1979 als het ware in de grondverf gezet. Want wat er dat jaar in essentie gebeurde, is dat de progressieve, naoorlogse consensus over religie (‘is achterhaald en op de terugtocht’) en de markt (‘moet door de overheid zoveel mogelijk worden beteugeld’) werd doorbroken. Zonder die zekerheden begonnen we in 1979 aan een nieuw tijdperk dat voorlopig nog niet is afgelopen.
Duurzame ontwikkelingsdoelen
Hoewel het dus niet altijd eenvoudig is om magische jaren, keerpunten en kantelmomenten te detecteren, en het nog veel moeilijker is om ze te voorspellen, heeft juist die laatste bezigheid enorm aan populariteit gewonnen. Middelpunt van de belangstelling is het jaar 2030. Vrijwel dagelijks vernemen we er nieuwe dingen over.
Belangrijke aanstichters zijn de Verenigde Naties. Die organisatie formuleerde in 2000 zogenoemde ‘millenniumdoelstellingen’, die in 2015 moesten worden behaald. Het lag dus enigszins voor de hand dat de ‘opvolger’ van de millenniumdoelstellingen, de zogenoemde ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelen’ – ook wel SDGs: Sustainable Development Goals – zouden doorlopen tot 2030.
Samen Tegen Voedselverspilling
Het kan oplettende krantenlezers nauwelijks zijn ontgaan dat de SDGs, bedoeld als ‘mondiaal kompas’ voor ‘uitdagingen’ als armoede, onderwijs en de ‘klimaatcrisis’, nogal wat behelzen. Zeventien ambitieuze doelen, om precies te zijn, en 169 ‘targets’.
Zo is het streven dat in 2030 de helft minder voedsel wordt verspild als in 2015. ‘De tijd dringt, maar met een systematische en gezamenlijke aanpak is het haalbaar,’ schreef directeur Toine Timmermans van Samen Tegen Voedselverspilling recentelijk op de opiniepagina van NRC Handelsblad.
Het Strategisch Bosplan
Maar niet alleen de SDGs draaien om het jaar 2030, ook veel andere plannen van de Verenigde Naties. Neem het Strategisch Bosplan.
‘In het kader van dat plan,’ zo memoreerde het Friesch Dagblad onlangs, ‘beloofden landen bosbescherming te versnellen, door de aanvankelijke focus op “netto-nul ontbossing” te verleggen naar het vergroten van het verwijde bosarsenaal met 3 procent in 2030 en het uitbannen van extreme armoede onder mensen die afhankelijk zijn van het bos.’ Een prijzenswaardig doel, dat spreekt.
Akkoord van Parijs
Ook het akkoord van Parijs heeft sterk bijgedragen aan de fascinatie voor het jaar 2030. Bijna tweehonderd landen – waaronder Nederland – spraken in 2015 af de uitstoot van broeikasgassen als CO2 zodanig te beperken dat de opwarming van de aarde deze eeuw beperkt blijft tot 2 graden of liever 1,5 graad Celsius boven het pre-industriële niveau. Het betekent, zo is ons al vaak verteld, dat de uitstoot in 2030 zeker 40 procent lager moet zijn dan in 1990.
Daarnaast heeft Nederland ook een eigen klimaatbeleid. De doelstelling daarvan is dat de CO2-uitstoot in 2030 zeker 49 procent minder is dan in 1990.
In dat kader wordt onder meer het gebruik van steenkool om elektriciteit op te wekken verboden – vanaf 2030. Ook moeten maar liefst anderhalf miljoenen woningen van het aardgas af – uiterlijk in 2030.
Farm-to-Fork
Verder is Nederland een van de lidstaten van de Europese Unie die zich oktober vorig jaar heeft gecommitteerd aan de afspraak om 30 procent van zijn land- en zijn zeegebied te reserveren als ‘beschermde natuur’. In 2030 moet het geregeld zijn.
Dezelfde Europese Unie lanceerde vorig jaar de ‘farm to fork-strategie’. In 2030 dient 25 procent van de landbouw biologisch te zijn, formuleerde de Nederlandse commissaris Frans Timmermans.
Twee miljoen e-auto’s in 2030
Tot de vergroeningsplannen van Timmermans behoort ook de zogenoemde Green Deal. De concrete uitwerking ervan wordt medio juli verwacht. Hoofddoel is 55 procent minder CO2-uitstoot. In 2030, uiteraard.
Onderdeel van de plannen, zo verklapte NRC Handelsblad onlangs, is het terugdringen van het aantal vroegtijdige sterfgevallen door luchtverontreiniging (min 55 procent) alsmede het aantal slachtoffers van ‘chronische herrie’ (min 30 procent). Een deel van de oplossing zal komen door de verwachte toename van elektrisch rijden. In de Volkskrant werd onlangs gerept van misschien wel ‘twee miljoen e-auto’s in 2030’.
Ook in het vonnis van de rechtbank Den Haag in de ‘klimaatzaak’ tegen Shell was het weer raak. ‘Het oliebedrijf,’ sprake de rechter, ‘is verplicht via zijn concernbeleid om eind 2030 de CO2-uitstoot van de Shell-groep, zijn toeleveranciers en afnemers streng terug te brengen met netto 45 procent ten opzichte van het niveau van 2019.’
Grote verrassingen
Nooit eerder werden we zo frequent en zo fanatiek om de oren geslagen met een jaar dat we nog voor de boeg hebben. Wat zou daarvan de achterliggende oorzaak kunnen zijn?
Juist de afgelopen twee decennia is de wereld geconfronteerd met grote verrassingen. De twee grootste: 9/11 en de coronapandemie. Bijna drieduizend doden bij islamitische terreuraanslagen in het hart van het machtigste land ter wereld en een virus dat het maatschappelijk leven in een groot deel van de wereld tot stilstand bracht: het onvoorstelbare bleek toch te kunnen gebeuren. Een hoogst ongemakkelijke gewaarwording, ook voor politici.
Wilskracht
Het moet onder bestuurders, die vaak toch al kampen met beleidsdrift, de drang hebben versterkt om wilskracht te tonen. Al in het interbellum wisten de machthebbers in de Sovjet-Unie – uitvinders van het fenomeen vijfjarenplan – hoe je dat het beste kunt doen: door voortdurend nieuwe toekomstvisies te formuleren en daar jaartallen aan vast te knopen. Het wekt de indruk dat je greep hebt op de zaak en het werkt mobiliserend. Wat wil je als politicus nog meer?
Brussel
Zeker voor de EU-bestuurders in Brussel kan 2030 nu al niet meer stuk. België viert dat jaar zijn tweehonderdste verjaardag en dus is Brussel de op afstand belangrijkste gegadigde voor de titel ‘culturele hoofdstad van Europa’.
‘Brussel 2030’ heet het project en de organisatoren vertelden onlangs aan het Vlaamse weekblad Knack dat ze ‘een toekomstvisie’ willen ontwikkelen ‘met aandacht voor de grote vraagstukken van deze tijd’.
Aan de snelweg kostte de benzine deze week 1,89 euro, een record in de Nederlandse geschiedenis. Daarvan gaat 1,15 euro naar de overheid.
Ook deze week kwam De Telegraaf met het nieuws dat het modale huishouden dit jaar 200 euro meer gaat betalen voor energie. Dat is nog ongerekend de 60 euro per huishouden die de energiebedrijven gaan doorrekenen voor de dure kabels van de nieuwe windmolens in de Noordzee.
PvdA en GroenLinks kijken alleen naar Nederland
Als dan ook nog een partij als de PvdA in de regering komt, gaan belastingen en energiekosten nog veel meer omhoog, onder andere om de landbouw en veeteelt geforceerd naar het buitenland te verplaatsen. Nog eens 8,1 miljard extra lasten vanwege het milieu, dat is bijna 1000 euro extra per huishouden.
Wie een program leest als dat van de PvdA, maar ook dat van GroenLinks, schrikt van de beperkte focus: alleen op Nederland. Daarom hier een paar nieuwsberichten van de afgelopen week uit andere landen:
*Akihida Mitsuda van het Japanse ministerie van Economische Zaken verklaart dat Japan doorgaat met investeringen in steenkool.
*In Korea bouwt Samcheok aan een 2,1 gigawatt kolencentrale die in 2024 operationeel moet zijn.
*China neemt nieuwe kolencentrales in gebruik in een tempo van 38 gigawatt per jaar.
*Australië gaat door met de export van ‘enorme hoeveelheden’ steenkool, volgens de Financial Times. Drie premiers zijn in dat land gesneuveld op ambitieuze klimaatdoelen.
Vier Aziatische grootmachten gaan door met steenkool
Alle vier belangrijkste grootmachten in Asia-Pacific gaan voorlopig dus door met steenkool, en dichter bij huis heeft bondskanselier Merkel op 15 mei verklaard dat Duitsland kolen blijft stoken tot 2038 en niet bereid is die datum te vervroegen: zij wil de werkgelegenheid in de mijnbouw slechts langzaam afbouwen en bewaart zo ook voldoende extra capaciteit voor dagen met weinig wind en weinig zon.
Als intussen de EU als geheel minder kolen stookt, daalt de prijs op de wereldmarkt en dan gaat Australië nog meer exporteren, en zal China nog meer kolencentrales bouwen. En zelfs als de EU er in slaagt om tarieven te heffen op CO2-rijke invoer, dan kunnen China en Korea de CO2 deels toerekenen aan hun afzet in eigen land.
Timmermans spreekt zes talen, maar niet de taal van de economie
Deze feiten zouden een gegeven moeten zijn voor het Nederlandse energiebeleid, maar de struisvogels in Den Haag houden de koppen diep in het zand. En in Brussel spreekt Frans Timmermans, verantwoordelijk voor het klimaatbeleid van de EU, zes talen, maar helaas niet de taal van de economie.
De EU-staten hanteren rekenmodellen waarin de concurrentiekracht van de lidstaten en reacties van energiemarkten op het EU-beleid geen rol spelen.
Eenzijdige klimaatacties schaden eigen land
Zelfs als de EU met één stem spreekt – en dat is gezien de afhankelijkheid van Polen van steenkool helemaal niet zeker – dan nog kan Europa niet de wereldmarkt voor kolen, olie en gas beheersen. Ook voor olie en gas geldt: hoe meer de EU het gebruik beperkt, hoe lager de prijs en dus hoe aantrekkelijker voor de rest van de wereld om meer welvaart te creëren met hulp van goedkope energie.
Klimaatpolitiek is belangrijk en zal wat moeten kosten, maar zoals prof Hans-Werner Sinn concludeert: ‘Landen die eenzijdig ambitieuze acties ondernemen bereiken weinig, maar richten schade aan in eigen huis.’ Niet alleen schade aan de economie en de werkgelegenheid maar ook aan de politieke cultuur.
Kiezers lopen weg van gouvernementele partijen
PvdA, GroenLinks en – sinds kort – De Nederlandsche Bank drijven met hun hate-speech over landbouw en veeteelt (DNB: ‘meer dwingende maatregelen zijn nodig’) en met hun luchthartige houding over almaar duurdere energie en hogere belastingen een aantal kiezers weg van de gouvernementele partijen.
We kunnen speculeren waarom de PvdA, toch de partij van Drees, de AOW en de stadsvernieuwing, er maar niet in slaagt om het giga-verlies van 2017 (27 zetels) goed te maken, en waarom GroenLinks nu ook is gehalveerd (zie ook Paul Verburgt in Wynia’s Week van 26 mei).
JA21 als fris alternatief voor Wilders en Baudet
Volgens Maurice de Hond is de helft van het verlies van het CDA sinds de verkiezing van maart terechtgekomen bij JA21, het frisse alternatief voor Wilders en Baudet (‘Een gezonde Nederlandse economie weet zijn landbouw en visserij naar waarde te schatten’).
Misschien denken sommige weggelopen kiezers: drammen voor een goed doel als het klimaat valt te begrijpen, maar drammen dat weinig bereikt maar wel schade aanricht in eigen huis – daar zijn wij tegen.
Drammen of dienstbaar?
Daarom vandaag tot slot een kleine test: drammen of dienstbaar?
A. Nederlandse landbouw en veeteelt wegjagen naar andere landen B. EU-actie om vlees meer te belasten en groente en fruit minder en zo de vraag te beïnvloeden C. Minder vliegbewegingen op Schiphol (maar niet in Düsseldorf) D. Europese acties om nachttreinen te helpen en korte-afstand vluchten duurder te maken E. Verwarming van woonhuizen gedwongen omzetten van gas naar elektriciteit en 100 miljard uitgeven om het elektriciteitsnet de nodige extra capaciteit te geven. F. Isolatie van gebouwen om de behoefte aan energie te verminderen G. Subsidies voor zonnepanelen, ook al worden die gemaakt met slavenarbeid in China H. Zonnepanelen alleen nog op gebouwen, maar niet in landbouw- en natuurgebieden van ons kleine dichtbevolkte land. I. Meer subsidies voor elektrische auto’s met milieubelastende batterijen J. Research naar minder belastende manieren om energie op te slaan
Antwoord: A, C, E, G en I drammerig fout, maar B, D, F, H en J zinvol, vaak omdat ze de vraag naar energie aanpakken, en zonder risico dat de rest van de wereld onze dappere dodo-acties weer te niet doet.
In de zorg gelooft men nog in sprookjes. Een van die sprookjes is dat door de bevordering van gezond gedrag de zorgkosten omlaag gaan. Als mensen niet roken, niet te veel drinken, genoeg bewegen en geen overgewicht hebben, dan krijgen mensen minder vaak hart- en vaatziekten en kanker. Hierdoor dalen de zorgkosten, zo is de redenering.
Helaas klopt dit niet. Het is waar dat een veertigjarige roker met overgewicht die veel drinkt meer kosten maakt voor de zorg dan een veertigjarige die gezond leeft. Maar daarmee dalen de kosten van de zorg niet.
Gezond leven leidt tot langer leven en hoge zorgkosten
Op individueel niveau leidt gezond gedrag op elke leeftijd wel tot lagere kosten, maar de totale zorgkosten dalen niet door gezond te leven. Dat komt doordat een gezonde leefstijl leidt tot langer leven. Een toename van de levensverwachting leidt tot een toename van ouderdomsaandoeningen als kanker en Alzheimer, ziekten die hoge kosten met zich meebrengen.
Een goed voorbeeld is de daling van het aantal mensen dat overlijdt aan hart- en vaatziekten. Tussen 1950 en 2018 is de levensverwachting met ruim 10 jaar toegenomen, van iets meer dan 71 jaar tot bijna 82 jaar. Een belangrijke oorzaak hiervan is de daling van het aantal mensen dat vroegtijdig overlijdt aan hart- en vaatziekten.
Sinds 1970 is het aantal mensen dat daar aan overlijdt met een kwart afgenomen. Onder mannen daalde de sterftekans zelfs met een derde, onder vrouwen was de afname 15%.
Aantal rokers is bijna gehalveerd
De daling van de sterfte aan hart- en vaatziekten heeft twee belangrijke oorzaken. De eerste is vooruitgang in de medische wetenschap. Denk hierbij aan de toegenomen beschikbaarheid van medicatie om de risicofactoren, zoals hoge bloeddruk en een hoog cholesterol, te behandelen en hart- en vaatziekten te voorkomen.
Ook de betere behandelmogelijkheden voor patiënten met hart- en vaatziekten hebben bijgedragen aan een langere levensverwachting.
Een belangrijker factor is echter de daling van het aantal rokers. Met name door meer voorlichting over de risico’s van roken, de beperkingen die aan rokers worden opgelegd zoals een verbod op roken in restaurants en openbare gebouwen en niet te vergeten de hoge accijnzen op sigaretten hebben gezorgd voor een spectaculaire daling van het aantal rokers. In de afgelopen twintig jaar is het aantal rokers bijna gehalveerd. Nog maar een op de vijf volwassenen rookt tegenwoordig.
Kanker en dementie kennen hoge zorgkosten
De daling van het overlijdensrisico van hart- en vaatziekten is goed nieuws. Maar nu minder mensen overlijden aan hart- en vaatziekten, overlijden meer mensen aan andere aandoeningen. In de afgelopen vijfentwintig jaar is het aantal mensen dat kanker krijgt met ruim de helft toegenomen. Sinds 2005 is niet langer hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland, maar kanker.
Inmiddels overlijdt bijna drie op de tien Nederlanders aan kanker. Ook dementie komt steeds meer voor. Het aantal mensen met dementie is sinds 1950 verzesvoudigd. Inmiddels zijn er 290.000 mensen met dementie. Dementie is ook een snel groeiende doodsoorzaak.
Kanker en dementie zijn aandoeningen met hoge zorgkosten. Bij kanker zijn dat de kosten van behandeling, dementie brengt vooral kosten voor de langdurige zorg met zich mee.
De afgelopen vijfentwintig jaar zijn de kosten van kankerbehandeling verdubbeld. De laatste jaren zien we vooral een toename van nieuwe en zeer dure geneesmiddelen voor kankerbehandeling. Het gevolg van die nieuwe geneesmiddelen is dat de overlevingskansen toenemen en patiënten minder vaak zeer belastende behandelingen als operaties, chemotherapie en bestraling hoeven te ondergaan.
Zo is de vijfjaarsoverlevingskans van darmkanker de afgelopen vijfentwintig jaar toegenomen van 55% naar ruim 65% en die van borstkanker van 80% naar meer dan 85%. Het nadeel is dat nieuwe dure geneesmiddelen de kosten van de zorg verhogen.
De verschuiving van hart- en vaatziekten naar ouderdomsziekten als kanker en dementie draagt bij aan de toename van de kosten van zorg. Gezond gedrag leidt tot een langer en gezonder leven en moet worden gestimuleerd, maar we moeten niet denken dat daarmee de kosten van de zorg omlaag gaan.
Zorgverzekeraars willen gezondheidsplicht
Gezond leven vindt vrijwel iedereen belangrijk. Sommigen vinden dat het zorgstelsel te veel gericht is op ziekte en te weinig op gezondheid. Niet de behandeling van ziekten maar het bevorderen van gezondheid zou voorop moeten staan.
Drie grote zorgverzekeraars, Zilveren Kruis, CZ en Menzis, willen dat de overheid de zorgverzekeraars daarom niet alleen een zorgplicht maar ook een gezondheidsplicht oplegt. De zorgplicht is de wettelijke verplichting die zorgverzekeraars hebben om ervoor te zorgen dat er voldoende zorg is ingekocht zodat hun verzekerden binnen redelijke tijd en op redelijke afstand bij een zorgverlener terecht kunnen.
Een gezondheidsplicht zou betekenen dat zorgverzekeraars wettelijk verplicht worden om al het mogelijke te doen om ziekte te voorkomen en hun verzekerden gezond te laten leven. De zorgverzekeraar zou je dan gaan aansporen om te stoppen met roken, minder te drinken, meer te bewegen en gezonder te eten.
Op bemoeizuchtige zorgverzekeraar zit niemand te wachten
Ik denk dat weinig mensen zitten te wachten op zorgverzekeraars die als een soort gezondheidspolitie achter mensen aan zitten om ze te vertellen wat ze wel of niet moeten doen. Daarvoor ontbreekt ook het draagvlak onder burgers voor de zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars hebben daarvoor onvoldoende legitimiteit.
Veel mensen zullen vinden dat zorgverzekeraars je alleen maar aansporen om gezond te leven om daarmee de zorgkosten te drukken. Door het gebrek aan vertrouwen in de motieven van zorgverzekeraars, zal de effectiviteit van maatregelen van zorgverzekeraars om gezond gedrag te bevorderen waarschijnlijk gering zijn. Mensen gaan niet gezonder leven omdat hun zorgverzekeraar dat wil, op bemoeizucht van zorgverzekeraars zitten veel burgers niet te wachten.
Zorgverzekeraars moeten doen waar ze goed in zijn: goede zorg inkopen voor hun verzekerden en polissen aanbieden tegen een concurrerende prijs. De bevordering van gezond gedrag is een overheidstaak, geen taak voor de zorgverzekeraars. Het is waar dat de overheid tekortschiet in haar taak om de volksgezondheid te bevorderen, maar dat betekent niet dat zorgverzekeraars deze taak waarin de overheid faalt moet overnemen. De zorgverzekeraars zijn niet de gezondheidspolitie van de overheid.
‘Bij het Nationaal Plan van Herstel en Veerkracht draait het heus niet alleen om projecten, cijfers, doelen en deadlines. Het gaat in al die programma’s vooral om de toekomst van ons land’, aldus de Italiaanse premier Mario Draghi deze maand bij zijn presentatie van de Herstelplannen aan de Kamer. Plannen waarmee Italië met behulp van EU-miljarden de coronacrisis te boven moet komen.
Italianen niet meer bang voor verlies soevereiniteit
Met die plannen is voor Italië in totaal een bedrag van ruim 235 miljard euro aan EU-gelden gemoeid. Afgelopen januari, midden in de pandemie, is in Italië de regering-Conte nog gevallen over die EU-steun, want voor zoveel geld wilde de EU wel een flinke vinger in de pap houden bij de Italiaanse overheid.
De ‘zuinige landen’, dat wil zeggen juist de landen die al die miljarden moeten ophoesten, vooral Duitsland en Nederland, wilden dat Italië hervormingen zou doorvoeren in het openbaar bestuur (dat wordt door de Noord-Europese landen als een typisch Italiaanse chaos beschouwd) en de Italianen waren vervolgens bang om hun soevereiniteit te verliezen aan de EU.
Na de val van de regering-Conte werd echter razendsnel een nieuwe regering gevormd, en onder leiding van de nieuwe premier, Mario Draghi, die immers zelf jarenlang de baas is geweest van de Europese Centrale Bank, is de kogel toch door de kerk: de Italianen durven 191,5 miljard euro aan te nemen uit het Herstelfonds (het lijkt wel een gunst) en daarbovenop uit andere EU-potjes nog eens rond de 50 miljard, deels als gift, deels als lening.
De zes EU-voorwaarden
Die miljarden moeten wel grotendeels volgens EU-richtlijnen besteed worden (toch nog die EU-vinger in de pap). De EU heeft een lijst gemaakt en de Italiaanse plannen houden zich netjes aan die speerpunten:
infrastructuur (rond de 30 miljard); zoals we in de afgelopen jaren op het achtuurjournaal hebben kunnen zien, heeft Italië nogal wat achterstallig onderhoud in te halen als het op hoge bruggen en kabelbanen aankomt; voor de autostrada’s zal dat niet beter zijn)
digitalisering en innovatie (bijna 50 miljard)
groene revolutie en ecologische transitie (70 miljard)
onderwijs en onderzoek (33 miljard)
inclusie (30 miljard), bedoeld voor zaken als vrouwelijke ondernemers, gezin, non-profit organisaties etc.
en ten slotte gezondheid (ongeveer 20 miljard).
Een boost voor Zuid-Italië
Het zuiden van Italië, altijd al een achtergebleven gebied, krijgt een boost van 82 miljard euro, dat wil zeggen 40% van al het geld dat de regio’s zelf mogen besteden. In het Zuiden woont maar 34% van de Italiaanse bevolking, dus er zit voor het zuiden echt iets extra’s in het vat. Dat geld moet daar dan ook weer aan de geplande speerpunten uitgegeven worden.
Geen overbodige luxe in het zuiden, want ze willen daar graag betere treinverbindingen, liefst een verlenging van de hogesnelheidslijn tot aan Sicilië, en ook aan de andere – Adriatische – kant een modernere spoorlijn.
Zonder hervorming geen verbeteringen
Ook op alle andere punten blijft het zuiden ver achter bij het rijke noorden: digitalisering, onderwijs, gezondheidszorg en ja vooral openbaar bestuur. De maffia is doorgedrongen in alle ambtelijke en politieke lagen en de eis van de EU om het openbaar bestuur te hervormen is mede daardoor ingegeven.
Zonder die hervorming zal er in het zuiden net als in voorgaande decennia weinig terechtkomen van de voorgenomen verbeteringen.
Digitalisering van de overheidsinstanties kan daarbij ook helpen, want als de burger digitaal zijn aanvragen kan doen, zou dat tot transparantie van de administratie moeten leiden, tot minder bureaucratie, en zo tot minder mogelijkheden tot corruptie. De ambtenaren zouden immers een digitaal spoor achterlaten.
Veel te laag geboortecijfer
Een groot punt van zorg in Italië is het lage geboortecijfer. Dat is een probleem dat al veel langer speelt dan corona, maar de pandemie maakt het nog nijpender.
Het Nationale Forum voor Familiezaken heeft in mei een bijeenkomst belegd waarop ook premier Draghi en Paus Franciscus aanwezig waren. De stabiliteit van het land komt in het geding, vonden alle aanwezigen, want ouderen leven steeds langer en er worden niet genoeg kinderen geboren om hun plek in de samenleving over te nemen.
Italiaanse vrouw wil best twee kinderen maar daar komt het niet van
Hoe moet dat als er straks 600 gepensioneerden op 1000 werkenden zijn? In 2020 zijn er 404.000 kinderen geboren in Italië, 30% minder dan tien jaar geleden en in 2021 worden dat er nog minder, naar schatting rond de 390.000.
Gemiddeld krijgt een Italiaanse vrouw 1,24 kinderen, hoewel de meeste vrouwen desgevraagd zeggen er best twee te willen. Toch komt dat er meestal niet van.
Met hulp EU meer kinderbijslag
Op de bijeenkomst met de paus somt premier Draghi (door Google-translate in vertaling consequent Draken genoemd) voor ons op wat de overheid kan doen om het geboortecijfer omhoog te krijgen: zorgen voor meer banen, meer huizen, betere kinderopvang en ondersteuning voor de ouders.
De financiële hulp van de EU kan hierbij helpen. De regering ziet bijvoorbeeld ruimte voor meer kinderbijslag. Tot nu toe is die zeer ongelijk verdeeld. Zelfstandigen en werklozen krijgen nu geen kinderbijslag voor hun kinderen en voor anderen zit de toekenning verstrikt in een warnet aan bureaucratie en regelingen. Daar gaat de regering Draghi nu iets aan doen.
Er komt een systeem van kinderbijslag dat ‘unico en universale’ zal zijn, dat wil zeggen één systeem voor elk kind. Geen aftrekposten, babybonus en geboortepremies meer.
Paus: zonder geboortes geen toekomst
Voor elk kind krijgen de ouders maximaal 250 euro per maand, afhankelijk van hun inkomen. Begroot is dat 80% van de Italiaanse gezinnen, allemaal met een gemiddeld jaarinkomen onder de 30.000 euro, 161 euro per maand krijgen voor elk kind tot 18 jaar, en 97 euro tot 21 jaar.
En er is haast mee. De nieuwe regeling gaat in 2022 in, maar vanaf juli van dit jaar is er een overgangsregeling waardoor zelfstandigen en werklozen dan al kinderbijslag krijgen. Maar ja, voor het geboortecijfer van 2021 haalt dat weinig meer uit. De paus waarschuwt de Italianen dan ook: zonder geboortes geen toekomst.
Wynia’s Week bericht onafhankelijk en onbevangen over Nederland, maar ook uit de buurlanden. Steunt u deze broodnodige, ongebonden journalistiek? U kunt HIER donateur worden van Wynia’s Week. Hartelijk dank!
Voor long covid bestaat geen diagnostische test en geen evidence based behandeling. Niettemin ‘lopen’ tienduizenden long covid–patiënten bij fysio- en andere therapeuten. Er loopt ook een wetenschappelijk onderzoek naar deze behandelingen, maar zonder controlegroep, zodat het effect ervan niet te meten is.
Field Labs stellen wetenschappelijk weinig tot niets voor
Field Labs zijn grootschalige evenementen waar – zeggen de organisatoren – belangrijk onderzoek wordt gedaan naar het organiseren van pop-concerten en sportwedstrijden in de corona-samenleving. Het prijskaartje loopt in de honderden miljoenen.
Inmiddels is duidelijk dat deze Field Labs wetenschappelijk weinig tot niets voorstellen, met als toppunt van absurditeit dat het aantal besmettingen tijdens deze evenementen niet systematisch gemeten wordt. Bij het Songfestival is wel getest, maar probeert de organisatie het aantal besmettingen geheim te houden.
Zorginstituut laat eis van evidence based-behandeling vallen
Met long covid is iets vergelijkbaars aan de hand. Voor het opsporen en behandelen van patiënten wordt momenteel een uitgebreide infrastructuur van ondersteuningsteams en long covid-klinieken opgetuigd, terwijl voor dit syndroom geen diagnostische test en geen evidence based-behandeling bestaat.
Normaliter is dat laatste een vereiste om zorg vergoed te krijgen uit de basiszorgverzekering, maar het Zorginstituut dat daar over gaat, heeft die eis in juli 2020 voor long covid geannuleerd. Iedereen die wordt erkend als patiënt, krijgt een half jaar long covid-zorg vergoed, met mogelijkheid tot verlenging met nog een half jaar.
Coronaplein.nu
Maar waar moet je als potentiële patiënt beginnen? Veel mensen die denken dat ze aan long covid lijden, hebben slechts een milde acute infectie doorgemaakt – die misschien geen covid was – en zeggen daarom geen gehoor te vinden bij hun huisarts. Die kunnen sinds mei 2020 terecht bij Coronaplein.nu, een webportaal opgericht door de Longstichting en de Long Alliantie Nederland.
De Longstichting bouwde hiermee voort op een facebookgroep van zelfverklaarde long covid-lijders die voorjaar 2020 al snel 16.000 leden had. Op het Coronaplein kun je terecht voor informatie, ervaringsverhalen en gesprekken met lotgenoten.
C-support.nu
Het vreemde is, dat er in oktober 2020 nóg een long covid-portaal is opgericht, C-support.nu, door het ministerie van VWS, à raison van 5 miljoen euro. Ook dit biedt informatie, ervaringsverhalen en gesprekken met lotgenoten.
Gevraagd naar het waarom van deze duplicatie, reageerde geen van beide organisaties. C-support is opgezet volgens het model van Q-support, ook van VWS. Dit is een expertise-centrum voor mensen met langdurige klachten na een Q-koorts infectie. Volgens C-support is er trouwens grote overeenkomst tussen de klachten van beide groepen: namelijk vooral extreme vermoeidheid en brain fog.
VWS ondersteunt tientallen patiëntenverenigingen
Patiënten van slecht diagnosticeerbare kwalen klagen steevast over een gebrek aan erkenning en dat ze ‘niet gehoord worden’ door de instanties, maar de realiteit is anders.
VWS rekent het expliciet tot zijn taak om patiëntenorganisaties te professionaliseren. Het ondersteunde de afgelopen jaren tientallen patiëntenverenigingen – waarvan menige al na een paar jaar weer ter ziele ging – en besteedde daar structureel 17 miljoen euro per jaar aan, wat de komende jaren gaat oplopen naar 24 miljoen euro. Daarnaast zijn er nog allerlei speciale projectsubsidies op dit gebied.
Het Longfonds
En dan zijn er nog collectebusfondsen als het Longfonds. Dit omarmde meteen de long covid-facebookgroep, stelt zich vierkant achter de eis voor meer erkenning en onderzoek, en verspreidt persberichten waarin de indruk wordt gewekt dat een groot deel van alle covidbesmettingen resulteert in long covid.
Misschien heel cynisch gedacht, maar toch: het Longfonds is voor een groot deel afhankelijk van particuliere donateurs, en een potentiële doelgroep van honderdduizenden long covid-patiënten is zeer interessant voor gerichte fondsenwerving.
Doelgroepen die nog onvoldoende bewust zijn van long covid
Zowel op het Coronaplein als op C-support komt men de potentiële long covid-patient zó ver tegemoet, dat het welhaast ziekte-marketing wordt. Zo kijkt C-support al vooruit naar een verdere opschaling van de activiteiten en het aantal medewerkers, en neemt het zich voor om ook ‘bereik te realiseren’ bij doelgroepen die zich nog onvoldoende bewust zijn van long covid, zoals ‘laaggeletterden, allochtonen en digitaal minder vaardigen’.
Long covid is een diagnose bij uitsluiting
Dit actief opsporen en recruteren van long covid-patiënten zou nog tot daar aan toe zijn, als er een behandeling bestond die de kwaal snel verhelpt, en zo verdere schade voorkomt. Maar daar is geen sprake van.
Long covid is een diagnose bij uitsluiting: als na een rondgang langs diverse medisch specialisten andere mogelijke aandoeningen zijn uitgesloten, wordt de patiënt doorverwezen naar een fysiotherapeut.
In maart 2021 meldde fysiotherapeutenbond KNGF dat minimaal 28.000 long covid-patiënten onder behandeling waren voor ‘herstelzorg’, en volgens sommige schattingen zijn het er nu al zestigduizend.
Effect van herstelzorg niet bewezen
De herstelzorg bij de fysiotherapeut komt neer op conditie- en kracht-training onder begeleiding. Menige long covid-patiënt – voorheen immers kerngezond en sportief, volgens de media – zal dat nog herkennen van haar personal trainer in de sportschool. Heel geleidelijk moet zo de belabberde post-covid conditie van de patiënt weer worden opgebouwd.
Maar wat is bij zo’n training de meerwaarde van een fysiotherapeut die voor vijftig euro per uur je handje vasthoudt? Het Zorginstituut stelt onomwonden dat het effect van zulke herstelzorg niet bewezen is, maar vergoedt die dus toch, op voorwaarde dat de patiënt meewerkt aan onderzoek naar die effectiviteit.
Bij vage klachten treedt vaak spontaan herstel op
Dit onderzoek is in maart 2021 van start gegaan, gecoördineerd door het Radboudumc. Maar dat komt er op neer dat 1300 patiënten het komend jaar vier keer een uitgebreide vragenlijst over hun klachten gaan beantwoorden.
Ongetwijfeld zullen de klachten bij de meesten in de loop van het jaar afnemen. Maar wat zegt dat, als je geen controlegroep hebt: een vergelijkbare groep patiënten die geen of een alternatieve behandeling onderging? Zeker bij vage, chronische klachten als moeheid, hoofdpijn en brain fog treedt vaak spontaan herstel op.
Het is dus vrijwel onmogelijk dat dit onderzoek als uitkomst krijgt dat herstelzorg niet beter werkt dan niets doen (of beter gezegd: als long covid-lijder zelf de rondjes door het park en de fitness-ruimte uitstippelen). De conclusie dat het veredeld pappen en nathouden van de herstelzorg nuttig en nodig is, staat daarom van tevoren vast. Net als de conclusie dat die Field Lab-evenementen een groot succes zijn.